De boeiende wereld van Georgi Gospodinov

Huibert de Man, februari 2022

 

Een toevallige excursie: zijweg van taalstudie

In de afgelopen jaren las ik vijf boeken van Gospodinov. Deze Bulgaarse auteur had enige naam gemaakt in de wereldliteratuur, vooral met het boek De wetten van de melancholie (Физиката на тъгата) uit 2011, dat een groot aantal internationale prijzen kreeg. Maar ik kende dit werk niet en voor (internationale) literatuur had ik in de laatste jaren sowieso weinig aandacht.

Vaak is voor mij het lezen van boeken vaak een middel om een andere taal te leren. Ik las bijvoorbeeld Hermann Hesse om mijn Duits te verbeteren en Umberto Eco voor het Italiaans. Zo ging het ook met de Bulgaarse taal, die ik leerde om met de familie van mijn schoondochter te kunnen communiceren. Ik kreeg mijn eerste Gospodinov cadeau: Natuurlijke Roman (Естествен Роман). In de opdracht voorin in het boek stond: ‘Ik hoop dat je er iets van snapt’.

Dat was inderdaad niet zo eenvoudig. De lastige (voor mij eerste Slavische) taal was een hinderpaal, nog versterkt door het rijke taalgebruik van de auteur, die jargon, verouderde woorden en dialect niet schuwt. Vier woordenboeken gebruikte ik en soms vond ik nog steeds niet wat ik zocht. Soms nam ik toch mijn toevlucht tot een vertaling. Maar Gospodinov werpt meer barrières op. Zijn manier van denken en schrijven creëert raadsels voor de lezer (waarover later meer).

Die raadsels daagden me uit om meer boeken van Gospodinov te gaan lezen. Na de Natuurlijke Roman las ik er nog vier: één met essays en beschouwingen, Onzichtbare crises (Невидимите кризи), één met superkorte verhalen, Al onze lichamen (Всичките наши тела), en twee boeken die als roman worden aangeduid. Daarvan las ik eerst zijn laatste boek Schuilplaats voor andere tijden (Времеубежище). Dat smaakte naar meer en daarom besloot ik zijn meermaals bekroonde boek te gaan lezen. De wetten van de melancholie

 

Wat waren dit eigenlijk voor boeken? Wat vond ik er interessant aan? Wat minder? Wat zijn die raadsels die ik eerder aanduidde? Daarover gaat het volgende. Ik zal daarbij vermijden het werk een etiket als ‘postmodern’ op te plakken, al heb ik dat eerder wel eens gedaan. Dit modieuze woord geeft vooral aan wat het werk niet is, maar er komt zoveel na het modernisme dat we er weinig mee opschieten.

Ik vertel dus ik ben

Gospodinov vertelt verhalen, vooral korte verhalen. Natuurlijk geldt dat voor een bundel als Al onze lichamen, maar ook wat hij ‘romans’ noemt zijn eigenlijk bundels van losjes met elkaar verbonden en deels naar elkaar verwijzende korte verhalen. De auteur is een rasverteller, die in weinig woorden situaties kan kenmerken en de dubbelzinnigheid ervan kan laten zien. De kracht ligt in de kleine details. Gospodinov houdt duidelijk niet van ‘grote verhalen’, met een duidelijk begin, een gedetermineerd einde en een ordelijk verloop. In De wetten van de melancholie komt een handelaar in verhalen voor – ik neem aan de auteur zelf – die echte verhalen inkoopt, maar niet van staten en organisaties. De ervaring met het Bulgaarse communisme, waarin de officiële verhalen van de staat dieptreurig stemden, zal daaraan niet vreemd zijn. Het gaat Gospodinov om het echte menselijke verhaal in zijn toevalligheid en dubbelzinnigheid. En echte verhalen hebben geen duidelijk begin, zoals niemand zich zijn eigen geboorte kan herinneren.

Verhalen zijn voor de auteur ook het medium waardoor we anderen en onszelf begrijpen. Empathie is de mogelijkheid om in het verhaal van een ander te kruipen. Zo deelt Gospodinov de ervaringen van zijn vader en grootvader door in hun verhalen te leven.

Het grote pakhuis van verhalen dat in mythologie en literatuur is opgeslagen geeft mensen toegang tot betekenis. Gospodinov citeert graag uit Griekse mythologie, uit Duizend en één Nacht, uit de wereldliteratuur en de filosofie. Dat heeft wel het gevolg dat een lezer die minder goed thuis is in Proust, het verhaal van Sjeherezade of de filosofie van Baudrillard buitengesloten wordt. Of, zoals mij overkwam, vaak het halve internet moet doorzoeken om te begrijpen waaraan gerefereerd wordt.

Wie is wie: fluïde identiteiten

In veel verhalen van Gospodinov is onduidelijk wie wie is. Zo identificeert in een tekst de ik-persoon zich met de tragische mythische figuur van de Minotaurus, een wezen met een mensenlichaam en een stierenkop, en wordt dan de Minotaurus. In verschillende teksten voert de auteur zijn alter ego Gaustin op en steeds is het onduidelijk of het wel om iemand anders gaat, een twijfel die ook aan het eind van Schuilplaats voor andere tijden niet wordt weggenomen: ‘Ik weet al niet meer of ik Gaustin heb bedacht, of hij mij.’ In een ander verhaal is er een redacteur van een uitgever, met de naam Georgi Gospodinov die een manuscript krijgt van een zwerver, die ook Georgi Gospodinov blijkt te heten.  Dit manuscript bevat treurige verhalen met autobiografische elementen uit het leven van de ‘echte’ Gospodinov.

Omdat de grens tussen fantasie en werkelijkheid in de werken van Gospodinov altijd vaag blijft, is het voor lezer niet eenvoudig om de autobiografische elementen te plaatsen. Heel persoonlijk en treurig is het verhaal over de scheiding: de ik-figuur verlaat zijn vrouw, die zwanger blijkt van een ander. Dit soort verhalen is overtuigend, maar gaat het echt om het leven van de auteur of om een verhaal dat hij over zichzelf heeft gemaakt en herhaaldelijk gebruikt?

Treurigheid, opsluiting en bevrijdende verhalen

Treurigheid of melancholie is een constante onderstroom in de verhalen van Gospodinov, juist ook waar ze humoristisch zijn. Deze treurigheid – de auteur gebruikt het woord тъга – gaat niet over tranen met tuiten, maar eerder om een soort uitzichtloze droefheid over iets wat je kwijt bent. Ergens legt de auteur uit dat er drie soorten mensen zijn op de wereld: ‘mensen die huilen, mensen die lachen (een kleinere groep) en dan een derde groep die noch lacht, noch huilt. Dat is de meest droevige van de drie.’ Deze matte treurigheid vindt Gospodinov onder andere in het communistische verleden van zijn eigen land; zijn verhalen uit deze tijd blinken uit in een schildering in vale kleuren waar je niet vrolijk van wordt.

Dit verleden is een voorbeeld van opsluiting in een situatie zonder uitweg. Het buitenland kreeg in die tijd iets magisch, want je kon er niet komen.

In het werk van Gospodinov speelt het beeld van het doolhof of labyrint een belangrijke rol. Wie in een doolhof vastzit, moet steeds keuzen maken tussen twee wegen, die echter geen van beide naar de uitgang leiden. Deze eenzame opsluiting is centraal in verhalen van de jeugd van de ik-figuur – ik neem aan de auteur zelf – in een souterrain, terwijl zijn ouders overdag weg zijn. Dit verhaal in het boek met melancholie (of treurigheid) in de titel wordt dan gecombineerd met het beeld van de Minotaurus, die opgesloten wordt in een onderaards donker labyrint, waar hij uiteindelijk uit wordt gered door Theseus (met hulp van Ariadne). Gospodinov combineert dit verhaal dan weer met een andere redding, namelijk van Sjeherezade die aan de dood ontsnapt door verhalen te blijven vertellen.

Zo zijn voor Gospodinov verhalen uiteindelijk de redding uit de zinloze treurigheid, waarmee hij dus zin geeft aan zijn eigen werk als producent en verkoper van verhalen, origineel, gerecycled of omgebouwd. In de voordracht ‘Onzichtbare crises’ in het gelijknamige boek ziet de auteur de literatuur als antwoord op de crises die onzichtbaar blijven, omdat we de taal niet hebben om erover te praten. Voor een uitweg uit het labyrint van een vernauwde blik en snel oppervlakkig denken hebben we een Sjeherezade nodig die de tijd vertraagt (het einde uitstelt) en de blik verbreedt met haar verhalen. Zo kan het langzame medium van de literatuur een uitweg bieden uit de crises die we niet (kunnen) zien.

Wijsheid of pedant gefilosofeer?

Zoals gezegd laat Gospodinov in zijn verhalen de dubbelzinnige en rommelige alledaagse werkelijkheid zien in al zijn treurigheid. Hij schuwt daarbij het banale niet. Zo bevat een van zijn boeken uitgebreide verhalen over wc’s en het gebruik daarvan. Ook vinden we details over het leven van de vliegen of over de techniek van het verantwoord doden van runderen. Ook staan de boeken vol met interessante historische details, vooral in de roman waarin hele landen teruggaan in de tijd.

Op dit materiaal, over mensen, natuur of geschiedenis reflecteert de auteur, hij vertelt er zijn eigen verhalen mee. Abstracte en ingewikkelde (filosofische, wetenschappelijke) ideeën geven dan een eigen draai aan zijn interpretatie. Zo combineert hij een humoristisch betoog over wc’s en hun gebruikers met de fenomenologische sociologie van Schütz en de filosofie van Lyotard. Persoonlijk vind ik de combinatie van verhalen over poep met concepten als ‘Lebenswelt’ en ‘okeion’ erg geforceerd. Zij doet afbreuk aan het best leuke lichtvoetige essay met grappige historische feiten. Het dreigt pedant gefilosofeer te worden, dat het verhaal onderbreekt.

Iets dergelijks heb ik met sommige verhalen over vliegen. Uit het verhaal over hun facetogen haalt Gospodinov een diepzinnig klinkende analogie over meervoudig kijken. Ik vind het verhaal over facetogen interessant en wil ook wel nadenken over manieren waarop we naar de wereld kijken, maar dit lijkt nogal modieus.

Dat geldt ook voor de natuurkundige redeneringen in het boek over de melancholie, dat ‘fysica’ (физика) in de Bulgaarse titel heeft staan. De parallellen tussen de wereld van de droefheid en die van elementaire deeltjes zijn oppervlakkig. De geleerd aandoende taal van de auteur doet me denken aan de mode in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw om nieuwe ontwikkelingen in de fysica met filosofie en een brokje taoïsme te verbinden. Nu komt me dit aspect van het werk van Gospodinov als gedateerd voor. En ik denk dat hij het eigenlijk niet nodig heeft. Om te laten zien wat treurigheid, droefheid of melancholie is, heeft hij geen geleerde taal nodig, denk ik. Zijn verhalen zijn goed genoeg.

Raad ik Gospodinov aan?

De vraag of de boeken van deze auteur ‘goed’ zijn, ga ik niet stellen en zeker niet beantwoorden. Er zijn zoveel kwaliteiten die je belangrijk kunt vinden in een boek.

Mij ging het oorspronkelijk trouwens niet om literatuur. Voor mij was Bulgaars lezen een manier om me de taal eigen te maken. Voor dat doel kon de boeken van Gospodinov best goed gebruiken, als zijn ze aan de moeilijke kant. Maar ze bleken meer dan studiemateriaal.

Dat ik deze boeken van kaft tot kaft heb gelezen, laat zien dat ik ze boeiend genoeg vond, zelfs in het onvermijdelijk trage tempo waarin ik me door de tekst bewoog. De rijkheid van de tekst en de grote variatie in inhouden en perspectieven maken de boeken voor mij interessant. Het is een grote volle vijver waar je zelfs met een slordig schepnet altijd wel interessant materiaal kunt opscheppen. De gedachte van de natuur die zijn eigen orde schept, waar Gospodinov zelf mee speelt, ligt me wel. Ik las nogal wat commentaar op internet van mensen die problemen hadden met het ontbreken van een duidelijke lijn. Daar heb ik minder moeite mee.

Dan nog iets over de manier van schrijven. Ik houd van teksten die kernachtig, scherp en direct zijn, met weinig woorden krachtige beelden oproepen. Dat lukt deze auteur prima. Clichés, voorspelbare zinnen en het ontbreken van dubbelzinnigheid maken voor mij een tekst minder interessant. Daar heeft Gospodinov weinig last van. Een kop, een staart en een eenvoudige moraal, die vind je gelukkig bij deze auteur niet. De hoofdweg bestaat, net als in het leven, uit (grotendeels doodlopende) zijwegen. Met zijn aandacht voor het (vaak humoristische) detail vind ik Gospodinov een meesterlijke verteller. En daarom zou ik zijn werk graag aanraden aan wie tijd heeft voor het langzame medium van zijn literatuur.

Wat ik minder aantrekkelijk vind, heb ik eigenlijk al gezegd. Dan gaat het om modieus gefilosofeer en pseudo-wetenschappelijkheid. Hij schept er een onnodige afstand mee tot de lezer, die dan overbluft wordt met ingewikkelde taal. Ik vind het jammer als die kant van zijn werk de empathische, humanistische Gospodinov verdringt, die met zijn verhalen vooral troost wil bieden, een uitweg uit de treurigheid van de doolhoven waarin we gevangen zijn.

 

BEHANDELDE TEKSTEN

Auteur: Георги Господинов/Georgi Gospodinov

In volgorde van jaar van verschijnen:

2011: Физика на тъгата. София: Издателство Жанет 45
In het Nederlands vertaald als De wetten van de melancholie
In het Engels vertaald als The physics of sorrow
In het Duits vertaald als Physik der Schwermut

2013: Невидимите кризи, есета и истории. София: Издателство Жанет 45
In het Engels vertaald als The invisible crises

2015: Естествен роман. София: Издателство Жанет 45
In het Engels vertaald als Natural Novel
In het Duits vertaald als Natürlicher Roman

2018: Всичките тела, свръхкратки истории. София: Издателство Жанет 45
(Al onze lichamen, mogelijk vertaald als All our bodies)

2020: Времеубежище. София: Издателство Жанет 45
In het Nederlands vertaald als Schuilplaats voor andere tijden
In het Engels vertaald als Time Shelter

1 Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.