De geweldloze revolutie van een democraat: Puigdemont en Catalonië

Bespreking van:

Carles Puigdemont, De Catalaanse crisis: een kans voor Europa, 2018.

Catalaanse onafhankelijkheid:  romantisch nationalisme?

Vijf jaar geleden leek het verhaal waarover het hier gaat eigenlijk al doodgelopen. Ik heb het over de vreedzame revolutie die in 2017 in Catalonië plaatsvond, waarin het gebied zich door een referendum van Spanje wilde afscheiden. Ik heb daar zelf toen niet zoveel aandacht aan besteed al had ik me er wel  verbaasd over de hardheid waarmee de Spaanse staat optrad tegen mensen die zich van het ‘vaderland’ los wilden maken. Verder had ik gevoelsmatig iets tegen afscheidingsbewegingen, die ik associeerde met romantische geesten en onfrisse op etniciteit gebaseerde gedachten over een ‘volk’ en de ‘ziel’ daarvan. Die associatie werd in de afgelopen jaren versterkt door wat ik in Oost-Europa zag. Het nationalisme in de voormalige delen van Joegoslavië uitte zich in geweld en uitsluiting. In Bulgarije zien we de opkomst van nostalgisch rechts, met steun van Poetin, in een beweging die zich ‘wedergeboorte’ noemt. Als progressief liberaal en kosmopoliet heb ik weinig met regio’s, nostalgische gevoelens en wedergeboorte van de volksziel.

Dit soort associaties hebben mij verhinderd om serieus te kijken naar wat er in Catalonië gebeurde, toen een vreedzaam referendum tot hard ingrijpen van de nationale overheid leidde. Inmiddels heb ik door contacten in Catalonië een en ander geleerd dat mijn beeld veranderde. Het bleek niet in de eerste plaats om een nostalgisch romantisch verlangen naar een oude identiteit te gaan; het beoogde ‘volk’ dat over zijn toekomst moest kunnen beschikken, werd niet primair in etnische termen gedefinieerd, al spelen taal en identiteit zeker een rol in de beweging. Ook leek het geen populistische beweging in de gangbare betekenis. Het ging veeleer om verzet van een ontwikkelde regio tegen de ouderwetse conservatieve en autoritaire staat waarin men al sinds de achttiende eeuw gevangen zit. Het zou minder om identiteit gaan dan om ontwikkeling, democratie en gelijkwaardige verhoudingen.

Mij werd aangeraden om een een boekje te lezen van een sleutelfiguur uit de onafhankelijkheidsbeweging, Carles Puigdemont, dat hij (opgetekend door de Vlaamse journalist Olivier Mouton) deed verschijnen toen hij in België woonde, terwijl in Spanje een arrestatiebevel tegen hem bestond. Hij vertelde zijn verhaal niet lang nadat het referendum de wens tot onafhankelijkheid van de Catalanen had bevestigd en de Spaanse staat hard had teruggeslagen. De tekst moet je in die tijd plaatsen en de ontwikkelingen hebben sedertdien natuurlijk niet stilgestaan. Toch wil ik me in het volgende beperken tot het in 2018 gepubliceerde verhaal.

Beknellend Spanje en vrijheid voor de Catalanen.

Puigdemont schetst een  beeld van Spanje dat de autonomie van Catalonië steeds verder beperkt. Het centralisme en de autoritaire bestuursstijl, waarin geen plaats is voor gelijkwaardig overleg en dialoog, verkleinden de kansen op autonomie van de Catalanen binnen het Spaanse staatsverband steeds verder. Het verlangen naar daadwerkelijke afscheiding van Spanje wordt zo aannemelijk in het verhaal. Er wordt een ideaalbeeld van Catalonië geschetst als spiegelbeeld van het verkalkte Spanje: dynamisch, pluralistisch, liberaal en multicultureel. Opvallend is daarbij dat Puigdemont de Catalanen toch een eigen ‘volksaard’ toedicht: eerlijk, een beetje anarchistisch, vernieuwend, open en meer eigenschappen die hen van de Spanjaarden moeten onderscheiden. Maar in zijn toekomstbeeld zijn het niet alleen de Catalaans sprekende ‘oorspronkelijke’ bewoners die de nieuwe staat moeten vormen.

Het verhaal van Puigdemont vormt een  balanceeract tussen etnische identiteit en inclusiviteit. Aan de ene kant doet hij recht aan het eeuwenoude gevoel van de Catalanen over het onrecht dat hun door Spanje is aangedaan en hun trots op eigen taal en cultuur. Hoewel hij dit zelf niet benadrukt in zijn betoog, raakt hij daarbij waarschijnlijk een gevoelige snaar in zijn achterban, die een romantische interpretatie over de geschiedenis van Catalonië deelt, zoals het verhaal over het symbolische jaar 1714 waarin Catalonië haar zelfstandigheid en eigen instituties kwijtraakte. Maar de romantiek van taal en historische wortels overheerst zijn verhaal niet. Hij legt de nadruk op de vernieuwende, dynamische en multiculturele samenleving die zich in Catalonië heeft ontwikkeld en waarvoor Spanje de ruimte niet biedt.

De onvoltooide democratisering van Spanje na de dood van Franco speelt op de achtergrond van het gehele verhaal: dat de erfenis van Franco tot in onze tijd zijn stempel op de Spaanse samenleving blijft drukken en dat de burgeroorlog eigenlijk nooit echt is afgerond vormt een belangrijke achtergrond van de onvrede in Catalonië.

Het nieuwe Catalonië dat Puigdemont zich voorstelt, is niet alleen goed voor de bewoners, maar zou  ook Europa veel te bieden hebben, zoals de titel van het boekje al aangeeft. De Europese gemeenschap, ooit ontstaan vanuit gemeenschappelijke democratische Europese waarden dreigt in zijn ogen een autoritair en hiërarchisch bolwerk te worden, waar de oorspronkelijke uitgangspunten van de oprichters vergeten lijken te zijn. De Catalaanse afscheidingsbeweging zet voor Puigdemont  vooral in op democratisering en daar zal het ook in Europa om moeten gaan.

Moreel gelijk en problematische strategie

Puigdemont is kristalhelder over zijn normatieve uitgangspunten, niet alleen over het doel maar ook over de toegestane middelen. Hij baseert het recht van het Catalaanse volk op een zelfstandige staat op (zijn interpretatie) van het volkenrecht, met een nadruk op het ‘recht op zelfbeschikking’ zoals dat door de Verenigde Naties is gedefinieerd. Hij ziet een vernieuwde democratie voor zich, die burgers meer betrekt dan alleen via verkiezingen. Participatie en dialoog vormen belangrijke ingrediënten van zijn Catalonië. En deze staat is inclusief, staat open voor diversiteit. De weg waarlangs de nieuwe staat tot stand gebracht moet worden, moet geweldloos zijn. Ook hierin staat dialoog centraal en worden geweld en dwang afgewezen.

Met zijn rotsvaste overtuigingen heeft de politicus weinig begrip voor Spanje dat vanuit andere uitgangspunten opereert, waar macht voorrang heeft boven dialoog en overleg. Zijn oordelen zijn scherp en hard. Ik lees weinig pogingen tot inleving in het gedachtegoed dat hij afwijst. Dat geldt ook voor zijn oordelen over Europa, dat hem tot zijn teleurstelling nooit heeft gesteund. Opvallend zijn zinnen waarin hij schrijft ‘Spanje moet’ of ‘Europa moet’. Dit zegt hij als zwakkere partij en hij weet zelf natuurlijk ook wel dat Europa of Spanje niet op zijn oordelen zitten te wachten: dergelijke uitspraken zijn duidelijk voor zijn eigen achterban. Op de politieke redenen van Europa of de VS om de onafhankelijkheidsbeweging niet te steunen, gaat Puigdemont niet in.

Dit roept  de vraag op, wat de strategie is die Puigdemont en de zijnen nastreefden om hun doel te bereiken. We weten dat dit proces is vastgelopen; het boek vertelt dit treurige verhaal vanuit het perspectief van een belangrijke sleutelpersoon. Maar waren de voorwaarden voor succes eigenlijk wel aanwezig?

Om enige kans te hebben op een succesvolle afscheiding heb je op zijn minst internationale erkenning nodig. Beroep op een eigen interpretatie van het ‘recht op zelfbeschikking ‘ is niet genoeg, andere staten en internationale instituties moeten het ermee eens zijn. In de praktijk wordt het recht op zelfbeschikking zeer restrictief geïnterpreteerd. De kans dat internationale instituties die op Catalonië van toepassing achten lijkt nogal klein. In het boekje lees ik het antwoord van de regering van de Verenigde Staten op een petitie vanuit Catalonië. Het antwoord is simpel: ‘we bemoeien ons niet met binnenlandse aangelegenheden’. En dat het Europese parlement de onschendbaarheid van Puigdemont niet in stand wilde houden, zegt ook genoeg. Dat af en toe een parlementariër uit een ander land iets vriendelijks zei, zoals in het boek wordt vermeld, is niet genoeg. Samenwerking met geestverwanten in Baskenland, Schotland, Vlaanderen en Canada kan nuttig zijn, maar leidt niet direct tot de steun van machtige instituties en landen, misschien zelfs tot het tegendeel.  Puigdemont is weinig expliciet over zijn internationale strategie en over zijn veronderstellingen wat redenen zouden kunnen zijn waarom machtige internationale actoren (VN, EU) de Catalaanse beweging zouden willen steunen.

De geweldloosheid van de onafhankelijkheidsbeweging is zeker te prijzen, maar welke andere machtsmiddelen had Puigdemont tegenover een staat die het geweld niet schuwt? Ik lees in zijn verhaal niets over coalities die hij binnen Spanje sluit met andere democraten en critici van de autoritaire krachten in Madrid. Mijn indruk is dat eigenlijk vooral bij ernstige gewapende conflicten andere landen en instituties geneigd zijn om steun te verlenen aan de vorming van een nieuwe staat. Maar het uitlokken van gewapend conflict is juist iets wat Puigdemont om goede redenen niet wil.

De overtuiging van het morele gelijk lijkt Puigdemont te hinderen om een nuchtere analyse te maken van zijn eigen strategie: de ontwikkeling van een machtsbasis (in Catalonië, in Spanje internationaal) en het gebruik daarvan in effectieve onderhandeling. Een gewelddadige en vijandige partij (Spanje) ‘tot dialoog dwingen’, wat hij lijkt te willen, lijkt een nogal paradoxale manier van vechten.

 

Toch een belangrijk verhaal?

Ik weet te weinig van de verdere ontwikkeling van de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging sinds 2018 om de betekenis van de bijdrage van Puigdemont op waarde te schatten. Mogelijk heeft het vastgelopen referendum toch meer op gang gebracht dan ik weet.

Zoals Andrew Dowling in zijn compacte boek over de geschiedenis van Catalonië schrijft, waren de voorwaarden voor het catalanisme na 2017 niet gunstig, Met de verschuiving van de economische en politieke macht naar Madrid en de verzwakking van Catalonië binnen Spanje wordt het perspectief op zelfstandigheid niet gunstiger. De concentratie van de aanhang van de Catalaanse beweging in de middenklasse buiten de grote steden – ook al zichtbaar in de participatie in het referendum van 2017 – en de verminderde steun voor Catalaanse cultuur en taal onder jongeren maken de ontwikkeling waar Puigdemont voor stond minder waarschijnlijk.

Het optreden van de Spaanse regering in de afgelopen jaren, waarin oude centralistische en autoritaire impulsen een rol spelen, kan aan de andere kant de steun vergroten voor een beweging die Catalonië wil bevrijden uit de beknelling van een autoritaire en verouderde staat. In die zin heeft het betoog van Puigdemont, hoewel geen basis van  realistische politiek in 2017, nog steeds betekenis.

Mij heeft het lezen van zijn boek anders laten denken over de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging, al roept het meer vragen op dan dat het antwoorden levert. Ik zou het nog steeds willen aanraden aan wie in Spanje, Catalonië en democratie geïnteresseerd is.

 

Verwijzingen

Carles Puigdemont (2018), De Catalaanse crisis: een kans voor Europa; gesprekken met Olivier Mouton. Tielt: Lanno, 2018.

Dowling, Andrew (2023), Catalonia: a new history. Routledge Studies in Modern European History. London/New York: Routledge.

 

 

 

 

2 Comments

  1. Boeiend en lezenswaard, deze spiegel die je de Catalaanse bestuurders van toen voorhoudt. Ik hoop dat ze het ontdekken. Verder maakt dit nieuwsgiering naar democratische modellen voor autonomie zonder afscheiding. Was streven naar een federale staat kansrijker geweest?

  2. Wat ik begrijp is dat autonomie binnen Spanje lang de voorkeur heeft gehad. Het repressieve optreden van Spanje zou dit veranderd hebben. Democratisering van Spanje, waar de invloed van Franco nog steeds niet voorbij is, zou dus eerder een prioriteit moeten zijn dan de afscheiding van delen van het land die zich niet meer gehoord voelen. Maar dit is een ingewikkeld proces.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *