Beperking vrijheid en het nieuwe normaal
De ‘anderhalvemetersamenleving’ en (al dan niet intelligente) lockdown beperken de vrijheid die wij in normale tijden als grondrecht zien: ons bewegen waar we willen, praten met wie ons goeddunkt en over elk onderwerp dat we willen. Ook laten we toe dat de staat zich in detail met onze gezondheid en ons gezondheidsgedrag bemoeit, meer dan we anders zouden accepteren. De grenzen van onze vrijheid verschuiven snel, en hoewel het een uitzonderingssituatie of noodtoestand wordt genoemd, noemen sommigen deze abnormale situatie als ‘het nieuwe normaal.’ Daar zit de suggestie in verscholen dat dit wel eens zo zou kunnen blijven. Is er sprake van een sluipend proces in de richting van een dictatuur? Nog niet, althans in Nederland, maar de situatie geeft wel kansen aan mensen die zo’n kant op willen. Het beperken van de bewegingsvrijheid van mensen, het begrenzen van mogelijkheden om met elkaar te praten en het opleggen van gedetailleerde voorschriften van gedrag in de openbare ruimte zijn immers ook bekende ingrediënten van dictatoriale samenlevingen. Daar is de leider – de president, de vorst, de partij – immers doorlopend bang om zijn macht kwijt te raken. Omdat de leider geen vrienden heeft en omgeven wordt door vleiers en profiteurs, komt de bedreiging grotendeels vanuit de eigen gelederen; de steun van het volk is een onzekere factor. Je kunt er niet op rekenen dat de mensen van je houden, zei Machiavelli al en dan kun je beter zorgen dat ze bang voor je zijn.
De grondlegger van het autoritaire politieke denken in China, het zogenaamde legalisme, Han Feizi, geeft een haarscherpe analyse van de machtspositie van de leider. De vorst moet ondoorgrondelijk, onzichtbaar en op goddelijke afstand van het volk de regels stellen. Hij moet alles doen om te voorkomen dat onderdanen zelf belangen ontwikkelen, eigen netwerken opbouwen en vooral met elkaar gaan konkelen. Het advies van Han Feizi is dan ook om de onderdanen van de vorst heel strakke taakomschrijvingen te geven en daarop af te rekenen, vooral met harde straffen als ze het niet goed doen. Ook was het niet gewenst dat de ministers taken van elkaar zouden overnemen of eigen netwerken zouden ontwikkelen. Deze ruimte zou immers direct tegen de vorst worden gebruikt en daarmee zou de staat verzwakt worden.
Ik vermoed dat Han Feizi wel enthousiast zou zijn over een samenleving waarin mensen elkaar nauwelijks mogen spreken, geen bijeenkomsten en demonstraties mogelijk zijn, waar het straatleven is verdwenen. Ik las dat in China bedrijven weer worden opgestart maar dat daar de mogelijkheden van een gezellig gesprek bij de koffieautomaat niet meer bestaan. Han Feizi waarschuwt vorsten tegen cliquevorming. Zou men in China, waar het legalisme bestuurders nog steeds beïnvloedt, weten dat verzet tegen de baas vooral op toiletten en bij koffieautomaten plaatsvindt? Dan is het verhinderen van groepsvorming binnen het bedrijf een mooie bijvangst van de Coronacrisis.
De Coronasamenleving als efficiënte gevangenis
Waar autoritaire tendensen een sluimerend bestaan leiden in de samenleving, biedt Corona een mooie kans om ze weer tot leven te roepen. Een noodtoestand wordt dan gebruikt om vrijheden tijdelijk op te heffen, maar wat tijdelijk is kan verlengd worden. Dit zien we in Hongarije, waar aan de noodtoestand niet eens een termijn is gesteld. In Spanje ziet de regering de crisis als een goede mogelijkheid om de zelfstandigheid van de regio’s in te perken. En het leger is er heel zichtbaar. In Frankrijk lijkt een politiestaat te zijn ontstaan, waarbij een wandelingetje zonder goede reden je een stevige bon kan opleveren. In landen met een minder autoritaire cultuur zie je dit trouwens minder gebeuren, met Zweden als goed voorbeeld. Corona veroorzaakt geen dictatuur, maar de crisis geeft wel kansen aan mensen die (weer) die kant op willen. Ook in Nederland zijn de autoritaire reflexen nog vrij beperkt.
Toch lokt overal de crisis de roep om beheersing en controle uit. Vanuit overwegend medische deskundigheid probeert men hele samenlevingen te disciplineren. Het ideaal van een efficiënte gevangenis, waar we met minimaal geweld het gedrag van velen kunnen beheersen, krijgt veel ruimte. Subtiele gedragsbeïnvloeding, ondersteund door ICT, waarbij de burger doorlopend duwtjes in de (door de staat bepaalde) richting krijgen (‘nudging’). China, het land dat ons het virus cadeau deed, maar het na een valse start heel effectief heeft weten in te dammen, dient vaak als voorbeeld: voor sommigen als na te streven model, voor anderen als afschrikwekkende dystopie. De gedachte achter de moderne gevangenis waarin we de samenleving zo veranderen, ligt in het werk van de Britse filosoof Bentham. Hij was niet alleen grondlegger van de leer van het utilitarisme – het gaat er in de ethiek om geluk te optimaliseren – , maar van hem komt ook het ontwerp van de ideale gevangenis, het panopticum. Daarin weten alle gevangen dat ze doorlopend bespied worden, maar ze kunnen elkaar niet zien.
Ook hier is degene die bepaalt wat er gebeurt, net als bij Han Feizi, onzichtbaar. Ook hier wordt er alles aan gedaan om te zorgen dat de gevangenen niet samen gaan spannen. De gedachte van een centraal punt dat ieder bespiedt, staat uiteraard centraal in de dystopie in het boek ‘1984’ van Orwell, waar Big Brother de leiding heeft. Filosofisch is het panopticum van Bentham gebruikt door de Franse filosoof Foucault als model voor een samenleving die iedereen disciplineert en bewaakt. De digitale samenleving, waarin vrijwel ieder zichtbaar is geworden via mobiele telefoon en computer, biedt nieuwe mogelijkheden voor het panopticum. Terwijl we twitteren of op Google zoeken, worden we doorlopend bekeken en we weten niet door wie.
Het Chinese model of oog voor verschillen en belangen?
In de Chinese aanpak van Corona combineert de klassieke autoritaire bestuursstijl geadviseerd door filosofen als Han Feizi met het panopticum van Bentham als maatschappelijke modelgevangenis. Het hoge niveau van iCT-kennis in dit land helpt bij de implementatie van de surveillancestaat. Corona veroorzaakt deze aanpak niet, maar de crisis heeft bestaande ontwikkelingen versterkt. In verschillen tussen landen en hoe ze met Corona omgaan, zien we dat niet iedereen de Chinese weg volgt. Toch zien we overal een neiging om vrijheden op te offeren, soms onder druk van een gewelddadige staat, soms met een hoge mate van vrijwilligheid. Ook in Nederland zie ik een bijna beangstigende acceptatie van wat de staat voor de burgers bedenkt. Wie zich niet buiten de anderhalve meter ophoudt, is een gevaarlijke spelbreker, wie een feestje organiseert bijna een crimineel. We mopperen wel over het feit dat we onze oude moeder of oma niet meer mogen bezoeken in het verpleegtehuis, maar regel is regel. Als die mensen in hun eentje moeten sterven, dan is toch gewoon nodig.
Veel maatregelen worden top-down genomen met een stevige inbreng van deskundigen. Verschillen van mening en inbreng van uiteenlopende belangen, essentieel voor de democratie, krijgen op het ogenblik weinig ruimte. Hopelijk is dit allemaal tijdelijk en laten we ons niet wijsmaken dat de uitzonderingssituatie van nu een ‘nieuw normaal’ is, ‘newspeak‘ die Orwell bedacht had kunnen hebben! Het is een abnormale toestand. Een pandemie is een feestje voor dictators, maar in Nederland vinden we vast een manier om het zonder hen te doen, door diversiteit van kennis en belangen veilig te stellen binnen een democratisch bestel. Voorlopig doen we dan van achter beeldschermen, maar zodra het kan gewoon op straat en in vergaderzalen. Of bij de koffieautomaat.
Inspiratie
Dikötter, Frank (2019), How to be a dictator: the cult of personality in the twentieth century. Bloomsbury Publishing.
Foucault, Michel (1975). Surveiller et punir : Naissance de la prison, Paris : Gallimard.
Machiavelli, Niccolò (1976), Il Principe e altre opere politiche. Garzanti (oorspronkelijke tekst 1513)
Watson, Burton (2003), Han Feizi: Basic Writings. Columbia University Press
Volkskrant
NRC-Handelsblad